top of page

Charlotte Peys in de prijzen gevallen: 'Tekenen is bewegen'

In elk nummer van Kunstletters zet Charlotte Peys haar indrukken over een expo of oeuvre om in mooie poëtische reportages in tekeningen en woorden. Met ‘Overpeysing’ zoals de rubriek heet, toont ze dat ze over heel wat talent beschikt. Charlotte won voor haar illustraties bij het boek 'Alles komt goed, altijd' van Kathleen Vereecken de Woutertje Pieterseprijs voor het beste oorspronkelijk Nederlandstalige kinder- of jeugdboek. Het boek werd vorige week ook nog eens onderscheiden met de prestigieuze Boekenleeuw 2019.

Proficiat, Charlotte. 'Alles komt goed, altijd' valt opnieuw in de prijzen. Je voorzag hier de illustraties bij het verhaal van Kathleen Vereecken. Hoe verliep die samenwerking?

Voor we de Woutertje Pieterseprijs wonnen, hadden we elkaar eigenlijk nog nooit ontmoet. Uitgeverij Lannoo trad op als tussenpersoon. De communicatie verliep via de uitgeverij. We ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens de prijsuitreiking. Het was toen een heel toffe babbel.

Hoe werkte je dan aan de illustraties? Lannoo stuurde me het manuscript op. En hoewel ik het supertof vind om boeken te illustreren is het wel elke keer spannend. Zeker bij dit boek: het gaat over de Eerste Wereldoorlog én het is een jeugdboek. De nadruk ligt niet op de tekeningen, waardoor ik dus goed moest nadenken: je hoeft niet het hele verhaal te vertellen in je tekeningen, maar wat teken je dan wel? Het hoofdpersonage is Alice, een meisje dat opgroeit tijdens de Eerste Wereldoorlog en haar familie uiteen ziet vallen. Er zijn veel figuren. Moet ik dan al die personages tekenen? Moeten die herkenbaar zijn? Het was even zoeken naar een ingang.

Had je ook inspraak over de plaatsing van je beelden in het boek?

Ik zat niet samen met de vormgever om dat te bekijken. Er was altijd gezegd: het boek wordt in zwart-wit gedrukt. Dat was een extra moeilijkheid, want ik teken nooit in zwart-wit. Ik heb het gevoel dat ik veel minder sfeer en diepte in mijn tekeningen krijg. Automatisch kies ik voor kleur. Ik heb voor dit boek echt letterlijk al het kleur van mijn bureau gehaald. De vormgever stelde uiteindelijk voor om het boek in het blauw te drukken, zowel tekst als beeld. Ik vond dat een heel goed idee. Het resultaat is heel sfeervol. Het brengt de beelden en de tekst nog beter samen.

En dan win je de Woutertje Pieterseprijs. Levert dat extra opdrachten op? Ik heb veel toffe gesprekken gehad tijdens de prijsuitreiking en ook daarna, met mensen van boekhandels onder andere. Ik kreeg nog geen nieuwe opdrachten naar aanleiding van de prijs, maar ik ben sowieso wel op de radar verschenen van mensen die me voorheen niet kenden. Ik liet tijdens die babbels ook vallen dat ik heel graag een boek wil maken met tekst en beeld van mezelf. Ik wil daar werk van maken, nu de deur op een kier staat.

Werk je vaak in opdracht? Ja, best wel. Ik wil het vooral doen als ik me verwant voel met het opzet. Soms is er een opdracht die niet helemaal mij is, maar die ik naar mijn hand kan zetten. Of die goed betaald is, en waar ik wel ruimte krijg om iets te doen. Ik maak de afweging altijd. Bij opdrachten vind ik prijssetting heel moeilijk, ik ben er niet consequent en consistent in. Ik was altijd zelfstandige in bijberoep, als hoofdberoep werkte ik bij een beenhouwerij. Maar sinds kort heb ik geen hoofdberoep meer. Ik dacht, als ik het nu niet probeer om te leven van illustreren, dan doe ik het nooit. Dus nu bouw ik op om een kunstenaarsstatuut te krijgen. Er blijven opdrachten komen. Het is wel een hele oefening om opdrachten en vrij werk in balans te houden.

Je werk is vaak heel persoonlijk. Dat lijkt misschien ook vreemd om dat te commercialiseren? Misschien ligt het daar wel aan. Alles hangt natuurlijk aan elkaar. Ook in het werk in opdracht zitten veel dingen van mezelf. Ik maak niet zo vaak een tekening zonder doel. Bijvoorbeeld, ik kreeg een opdracht voor het Feest van het falen. Ik kreeg heel veel vrijheid en mocht iets doen rond het thema, wat mij op het lijf geschreven was (lacht). Dus toen haalde ik een ouder idee boven: postkaarten die je kan sturen, niet om iets vrolijks te vieren, maar voor momenten van zwakte. Gewoon iets wat ik wilde doen voor mezelf, heb ik nu binnen het kader van het festival kunnen doen. En er zijn natuurlijk dingen die in je hand zitten, die vaak terugkomen. In 'Alles komt goed, altijd' zit een tekening van twee mensen met een steen op hun nek. Zoiets had ik ook al in mijn schetsboek getekend, lang voor dat boek er kwam.

Er komen inderdaad vaak elementen terug in je tekeningen. Gevulde hoofden zijn zo’n terugkerend thema. Ja, gek eigenlijk. Ik weet niet waar dat vandaan komt. Ik teken en daar komen dingen uit voort. Tekenen is echt nadenken voor mij. Het is een soort bewegen, zoals wandelen.

Je hebt een heel eigen stijl: je gebruikt veel verschillende materialen door elkaar, je beperkt je niet tot één medium. Ik sta daar niet zo hard bij stil omdat dat voor mij heel natuurlijk voelt, al die materialen tegelijkertijd gebruiken. Grappig dat mensen de neiging hebben om te denken: ik ga deze tekening helemaal in acryl uitwerken, of helemaal in kleurpotlood. Ik vind het verschil tussen een tekening en een niet-tekening ook heel gek. Ook als je verf gebruikt, heb je nog steeds een tekening, vind ik.

Je hebt ook een enorme collectie schetsboeken bijeen getekend. Heb je altijd een schetsboek op zak?

Ik vind het heel tof om een schrift bij te hebben. Ik heb dat heel lang niet gehad en vond het heel vervelend van mezelf dat ik niet elke dag tekende. Ik verzamelde wel schriftjes. Ik had er meer dan honderd. Allemaal leeg. Ik werd gek van die leegte, enerzijds, en van mijn gebrek aan schetsen, anderzijds. Ik besloot om die schriften te gebruiken. Ik schrijf ook veel, bijvoorbeeld bij een tentoonstelling. Of to do-lijstjes. Vaak staan er dingen in die ik op een bepaald moment heb ‘weggeschreven’, en dan vergeet ik die. Nu heb ik ook een reden om nieuwe oude schriftjes te kopen. Ik gebruik ze. Ik hoop dat ik dit voor altijd kan doen.


www.charlottepeys.be

RECENT

bottom of page