Uit de webgalerie: de keuze van Tinka Pittoors
We vroegen kunstenares Tinka Pittoors om een keuze te maken uit de webgalerie. Ze koos werken van Carla Meertens en Claude Dendauw.
Waarom deze werken? Tinka motiveert met een citaat uit ‘Een schitterend gebrek’ van Arthur Japin:
‘Als ik één ding kan is het liefhebben. dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op. Ik heb het geleerd zoals een zwerfhond leert zwemmen: omdat hij met de rest van de worp in een jutezak werd gepropt en in een snelstromende rivier is geworpen.
Die ene die het tegen alle verwachtingen in gered heeft, dat ben ik. Met in mijn oren nog het gejank van degenen die het niet haalden, moest ik leren ergens van te houden.
Ik ben niet onder gegaan.
Ik heb de kant bereikt.
Ik heb lief.
Andere mensen dragen hun verdriet in hun hart. Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.’
CLAUDE DENDAUW
Meeting Point I
‘Meeting Point I’ is gegroeid uit toevallige ontmoetingen met mensen, die op één of andere manier mijn pad hebben gekruist. Dat leidde tot dit project over ontmoetingen die heel vluchtig zijn, maar achteraf gezien toch een blijvende indruk hebben nagelaten. ‘Meeting Point I’ bestaat als een serie, die steeds in een andere vormgeving opduikt.
De eerste versie van de installatie bestaat uit enkele stoelen en een tafel, die allemaal schuin staan. Dat verwijst naar de vergankelijkheid van de dingen, die ooit in de grond zullen wegzakken. Of naar de ongemakkelijkheid om een gesprek aan te knopen. Maat het gaat ook over hoe moeilijk het soms is om stil te zitten en te luisteren naar de omgeving, of om gewoonweg een eigen evenwicht te zoeken.
De installatie stond in Anderlecht tijdens ‘Melange’, een project van Kunstwerkt. Passanten hebben er plaats genomen en koffie gedronken, waardoor er onverwachte gesprekken loskwamen. Dezelfde installatie was ook 4 maanden lang te vinden in de bossen van Ham, tijdens een zomertentoonstelling. De verschillende natuurkrachten deden hun werk, waardoor de installatie ontbond.
In september toonde ik de meest recente versie van Meeting Point. Het werk maakte deel uit van een tentoonstelling van Artikel 27 in Pelt. Voor de installatie in situ kon ik gebruikmaken van voorwerpen die vluchtelingen achterlieten tijdens hun kortstondig verblijf in een opvangcentrum. Deze verloren voorwerpen van mensen op de vlucht of in een transitzone maakten deel uit van de installatie, die ook een vluchtige en tijdelijke ontmoetingsplaats is.
Na een grafische opleiding aan het KASK ben ik me steeds meer gaan toeleggen op ruimtelijk werk. Al meer dan 20 jaar maak ik tekeningen, beelden, installaties, poëzie en tijdelijke ingrepen in het landschap. Een constante in mijn werk is de aanwezigheid van het vluchtige, het vergankelijke en het breekbare. Dat onderwerp weet zich elke keer opnieuw ergens binnen mijn verschillende objecten en beelden te nestelen.
Ik deel mijn ervaring en kennis als kunstenaar graag met mijn leerlingen van de kunsthumaniora van het Atheneum van Ninove. Deze jongeren begeleiden en daarnaast werken in mijn eigen atelier vormt voor mij een mooie combinatie. Die helpt me evenwicht vinden in de efemere chaos die het leven met zich meebrengt.
Ik kan mijn beeldend werk het best omschrijven als: ‘A story of bittersweet memories of unexpected, but important things that have happened in a lifetime.’
CARLA MEERTENS
Le pigeon espion
assemblage, keramiek
27 x 27 x 18 cm
Ook voor mij is het een mysterie waarom ik dit werk heb gemaakt. Volgens mij herbergt elk kunstwerk een geheim. Zo ook dus bij ‘Le pigeon espion’. In 2018 vond ik een oude foto met als titel ‘The Pigeon Photographer’. Het was een titel die me bijbleef en me aanzette om dit werk te maken. Ik vond een droge tak waar ik de figuur van een vogel in zag. Ik had ook nog fazantenpoten liggen in mijn atelier. Het leek me een grappig idee om die elementen te combineren. Ik maakte vleugels uit klei en vond een camera met veel lenzen waarmee ik figuurlijk de blik wou vergroten van de assemblagevogel.
Nu zie je enkel nog het resultaat van vele uren proberen en voelen of de objecten in elkaar passen. Het is voor mij als kunstenaar een erg vreugdevol moment als de assemblage plots klopt. Ik noem het de ‘vreugde van het vinden’. Dat gevoel probeer ik te delen met de kijker. Dat is niet makkelijk, want hoe deel je de noodzaak die jij voelt voor het maken van een werk met iemand anders? Dat is voor mij de essentie van kunst, de poging om dat gevoel over te brengen, in tegenstelling tot wetenschap, waar kennis delen voorop staat.
Ik werk het liefst met gerecycleerde materialen. Ik start altijd met een gevonden voorwerp en ga daarmee aan de slag. Ik leg verbanden met eigen herinneringen en ervaringen, maar ook met literatuur, film, muziek, expo’s en ander artistiek werk. Soms kan een doodgewoon voorwerp me inspireren door het verhaal dat het object zelf met zich meedraagt. Het vergt in elk geval een grote alertheid van me en bereidheid om ‘met aandacht te kijken’ naar een voorwerp.
Ik volgde een opleiding monumentale keramiek en werkte in het begin vooral met klei. De afgelopen tien jaar ben ik me terug gaan toeleggen op een oude liefde: het assembleren van verschillende materialen tot één werk. In mijn assemblages zit nog steeds een knipoog naar het verleden: er zijn vaak porseleinen of keramieken elementen in terug te vinden.