top of page

Colorlab: kleuren tussen kunst en biotechnologie

Sinds 3 jaar runnen modedocente/schoenontwerpster Kristel Peters en de Spaanse onderzoekster María Boto Ordóñez het Colorlab. Met dit project aan het KASK in Gent willen ze inzicht krijgen in hoe kleuren ontstaan en zelf nieuwe kleuren ontwikkelen. In september stellen ze de kleurexperimenten van het Colorlab voor tijdens de expo ‘Unlabelled’.

Waarom wilden jullie een kleurlabo opstarten?

Kristel: Het KASK dacht al langer aan een biolabo. Dat is een uniek gegeven binnen een kunsthogeschool, denk ik. Een labo doet denken aan een klinische setting, waar heel nauwgezet, rationeel en omzichtig te werk wordt gegaan. Het labo is dus in veel opzichten de tegenpool van het artistieke atelier. Toch worden in beide settings vernieuwende ideeën geboren. Een biolabo zou studenten nieuwe tools en materialen aanreiken en hun horizon verbreden, was het idee. Toen ik María leerde kennen, bleek zij de geknipte persoon om het labo mee op te richten. We waren het er meteen over eens dat we zoveel mogelijk mensen wilden bereiken en kwamen zo al snel bij kleur uit. Kleur is een essentieel onderdeel van elk creatief proces. Het is ook een gemeenschappelijke taal, zowel tussen beoefenaars van verschillende kunstdisciplines als tussen kunstenaars en wetenschappers.

Print met Spirulina (blauwgroene algensoort) op papier. Verschillende verhoudingen van Spirulina, water en textielmedium leveren andere kleuren op, gaande van groen tot blauw.

Wat onderzoeken jullie binnen het labo?

María: Ik was eerst vooral in plantaardige verven geïnteresseerd. Een gesprek met de docenten van de textielafdeling bracht aan het licht dat dat in de opleiding nauwelijks aan bod komt. Die kennis was dus verloren aan het gaan. Wellicht omdat natuurlijke kleurstoffen de neiging hebben om onder invloed van licht te veranderen, te vervagen en zelfs te verdwijnen. Hun instabiele karakter ervaren wij in het Westen als negatief. Ik heb leren plantaardig verven in het Industriemuseum (het vroegere MIAT). Daar kweken ze nog hun eigen verfplanten. Ik ging op zoek naar nieuwe bronnen van natuurlijke kleurstoffen, zoals algen. Ik heb ook geprobeerd om de levensduur van die natuurlijke kleuren te verlengen, maar zonder succes. Na een tijdje kwam ik tot het besef dat die eigenschappen vanuit artistiek oogpunt net heel interessant zijn.

Kristel: Klopt. Zo hebben wij ooit een poster voor een evenement laten bedrukken met inkt op basis van algen. Posters hebben net als natuurlijke kleuren een beperkte levensduur. We vonden het een leuk gegeven dat tegen de tijd dat het evenement voorbij was, ook de aankondiging verdwenen was.

Porphyridium purpureum, rode algensoort

Brengen jullie studenten in contact met de oorsprong van kleuren?

Kristel: Ja, veel studenten kennen alleen de ‘readymade’ kleuren die je in de winkel koopt, of de artificiële kleuren van een computerscherm. Ze beseffen ook niet dat de namen van kleuren vaak naar hun natuurlijke oorsprong verwijzen. Wij leren ze hoe je je eigen kleuren kweekt, extraheert, mengt… In plaats van alleen maar kleuren te consumeren, hopen we dat ze via het labo inzicht krijgen in hoe kleuren ontstaan. Ze kunnen nadenken over nieuwe toepassingen, misschien zelf nieuwe kleuren ontwikkelen. Daarnaast willen we hen bewustmaken van het belang van duurzaamheid. Vandaar dat we binnen het labo ook onze eigen materialen kweken, zoals kombuchaleder op basis van groene thee en bioplastics, een mix van zetmeel, azijn en glycerine.

Heeft het al mooie resultaten opgeleverd?

María: Ik vind van wel. We hebben al heel wat gepassioneerde studenten en mooie projecten de revue zien passeren. Robbe Van Assche, een student instrumentenbouw, is gefascineerd door chlorociboria aeruginosa. Dat is een zwam die op hout leeft en een prachtige blauwgroene kleur heeft. Het gekleurde hout wordt al langer in de meubelindustrie gebruikt, maar is zeldzaam en dus duur. Daarom wil hij proberen om dit proces binnen het labo na te bootsen.

De chlorociboria aeruginosa is een zwam die op hout leeft en deze een prachtigeblauwgroene kleur geeft.

Vanessa Müller, laatstejaarsstudente Autonoom Vormgeven, is er even bij komen zitten. Ze is een archief aan het samenstellen van alle kleurexperimenten die de voorbije 3 jaar in het labo hebben plaatsgevonden en zal ook aan de expo deelnemen.

Op welke manier heeft het Colorlab jouw artistieke praktijk beïnvloed?

Vanessa: Normaal vertrek je als kunstenaar van een materiaal, waarvan de kenmerken vastliggen. In het lab kan je het materiaal zelf vormgeven en dus ook de uitkomst beïnvloeden. Ik vind het razend interessant dat we ons hier op een kruispunt bevinden van enerzijds heel oude kennis - zoals die over plantaardig verven - en anderzijds nieuwe technologieën, als 3D-printen. Als ontwerper moet je weloverwogen beslissingen nemen: kies ik voor die nieuwe technologie of grijp ik beter terug naar het verleden? Hoe kan ik combineren? Dankzij het labo kom je in aanraking met nieuwe inzichten, buitenlandse scholen en experten, andere disciplines. Dat is heel verfrissend.

Wat ik hier ook heb geleerd, is om geduld te oefenen. Je kan biologische processen niet versnellen, want anders mislukken ze. En je kan hun uitkomst niet voorspellen. Dat staat haaks tegenover de snelheid van het leven en de gestroomlijnde productieprocessen binnen onze consumptiemaatschappij. Ik heb er grondstoffen en ambachten door leren waarderen. Iets laten groeien geeft mij bovendien een goed gevoel.

Kristel: Studenten leren hier inderdaad om geduldig te zijn, maar ze leren ook volharden. Ik merk bij kunststudenten vaak dat ze snel opgeven. Misschien omdat ze bang zijn om te falen? Binnen een labo heerst een andere mentaliteit. Daar maakt mislukking deel uit van het proces en zoek je verder naar oplossingen. Het is belangrijk dat studenten leren omgaan met falen, in een maatschappij die gericht is op succes en waarin producten aan hoge esthetische en kwaliteitsstandaarden moeten beantwoorden.

De bloedregenalg bevat hoge concentraties van de antioxidant astaxanthine. Deze geeft de alg een opvallende rode kleur en wordt onder meer in cosmetica gebruikt.

Is het labo ook toegankelijk voor buitenstaanders?

María: Ja, we krijgen regelmatig aanvragen van kunstenaars die onze toestellen of materialen willen gebruiken, of een beroep willen doen op onze expertise. Ook studenten van andere kunsthogescholen, zoals La Cambre in Brussel komen hier graag werken. We hadden ook leerlingen van methodeschool De Buurt te gast. Zij kwamen inspiratie opdoen voor een wetenschapsopera. Ze lieten zich daarbij inspireren door de ‘schimmelschoenen’ van Kristel (schoenen gemaakt van mycelia of zwamdraden).

Kristel: Deze zomer organiseren we een workshop over RGB-kleuren, binnen een seminarie over deeltjesfysica.

Wat zullen de mensen op jullie expo dit najaar te zien krijgen?

Kristel: Het wordt een boeiende mix van films, levende sculpturen en muziek. Kleur vormt de rode draad. Behalve projecten van de voorbije 3 jaar is er ook werk te zien, gemaakt van levende organismen die we binnen het labo kweken. Het labo zal tijdens de expo open zijn en als een levend archief fungeren. Je zal er de materialen uit de expo in hun ruwe, nog levende staat kunnen bewonderen en misschien zelfs aanraken. Daarnaast voorzien we ook workshops rond biohacking en levende kunst.

María: We willen ook graag wetenschappers betrekken bij de expo. Zo werken we samen met Dr. Stijn van Hulle en Larissa Alahiro van de UGent. Zij onderzoeken of we afvalwater kunnen zuiveren door er algen op te laten groeien. Die algen zijn achteraf natuurlijk niet meer geschikt voor menselijke consumptie, maar ze gewoon vernietigen is ook zonde. Daarom willen we bekijken of we ze nog als bron van natuurlijke pigmenten kunnen gebruiken.

De expo ‘Seeing together: a synopsis’ loopt van 20 september tot 6 oktober 2019 in de Zwarte Zaal, KASK, Gent.

RECENT

bottom of page