Ateliergesprekken: Carla Swerts
Het kunstenaarsatelier: de plek waar het allemaal gebeurt. De plek achter de schermen, waar de kunstenaar inspiratie vindt, koortsachtig werkt en tot rust komt. Welke objecten verzamelt een kunstenaar om zich heen, uit noodzaak of uit genegenheid? In deze reeks selecteert Tamara Beheydt voorwerpen uit een snapshot van een atelier en gaat op zoek naar de verhalen erachter. Deze keer: Carla Swerts.
Kijken naar de Oriënt
Wanneer ik het atelier van kunstenares Carla Swerts (°1992, Diest) binnenkom, ligt de voornaamste aanleiding voor mijn bezoek al klaar. Haar boek ‘Woestijngetijden’ is het resultaat van vier jaar lang doctoraatsonderzoek. Het verscheen reeds in september 2017, maar kreeg vooral veel aandacht nadat ze er recent de BILL-award mee in de wacht sleepte. Een presentatie in CIAP was het gevolg. Momenteel hangt haar werk in Z33 in de groepstentoonstelling ‘The Artist’s Studio?’
Carla Swerts volgde een opleiding illustratieve vormgeving aan PXL MAD in Hasselt, waar ze nu woont en werkt. Illustreren in opdracht lag haar beduidend minder dan de vrije kunst, en dus ging ze voor een kunstenaarsdoctoraat. ‘Woestijngetijden’ neemt ons mee naar verschillende landen in het Midden-Oosten. Al jaren bezoekt de kunstenares frequent deze regio. Ze woonde zelfs een jaar in Istanbul. ‘Het Midden-Oosten was vroeger al aanwezig in mijn werk, dus het was logisch om er iets mee te doen.’
Zintuigen
‘Door de huidige problematieken in het Midden-Oosten moest ik mijn werk telkens opnieuw politiek kaderen. Mensen schrikken er van als je je als westerling gaat bezighouden met dit gebied.’ Carla plaatst zich bewust buiten een lijn van kunstenaars die een westerse blik op oosterse culturen vastleggen. Het lijkt wel een taboe om te focussen op schoonheid in problematische gebieden, maar Carla Swerts ziet die schoonheid precies als een noodzakelijke filter. ‘Ik negeer de conflicten in het Midden-Oosten niet, maar benader ze vanuit de vraag ‘Wat zie ik? Wat ervaar ik?’. De ingewikkelde politieke context kan ik me niet eigen maken. Daarom kijk ik naar wat me opvalt, naar invloeden op de omgeving. Mijn kunst is zintuiglijk en intuïtief.’
‘Woestijngetijden’ bevat tekeningen, schilderijen en foto’s. Bovendien ondersteunt Carla haar eigen verhaal met associaties met de kunstgeschiedenis. Zo staat een foto van de piramides tegenover ‘A Lawn Being Sprinkled’ van David Hockney. Een foto van de historische stad Petra toont ze samen met een schilderij van Veneziano. ‘Ik heb het boek samengesteld als een puzzel,’ legt ze uit. Carla verdedigt een kunst en denken die zintuiglijke waarneming en verbeelding centraal plaatsen. ‘Ik heb me laten inspireren door de Duitse schrijver W.G. Sebald, met wie ik veel overeenkomsten voel. Hij ziet verbeelding als een manier om met wetenschap en kennis om te gaan.’ Het kunstenaarsdoctoraat is in zekere zin een contradictie: als kunstenaar kom je terecht in een academische context. ‘Dat was niet vanzelfsprekend,’ herinnert Carla zich. ‘Ik heb geprobeerd om het academische wat los te laten en te schrijven zoals ik teken: vanuit mijn zintuigen.’
Kleur en abstractie
In haar atelier hangen een aantal abstractere tekeningen en schilderijtjes in kleur. Op de werktafel ligt een reeks kleurpotloden. ‘Wanneer ik teken, concentreer ik me op vormen, contrasten, de manier waarop dingen zich tot elkaar verhouden. Er lijkt dan geen ruimte meer voor kleur.’ Voor de inhoud die ze wil overbrengen, spelen vormen een grote rol. Met haar werken in kleur treedt Carla liever nog niet naar buiten. ‘Ik merk dat kleur me vooral ontspant en heb het gevoel dat deze werkjes van mindere kwaliteit zijn. Deze zomer hoop ik naar Georgië te trekken en daar met kleuren te experimenteren.’
Net zoals ze in haar abstractere werken kleuren uit haar waarneming distilleert, reduceert ze vormelijke motieven tot de essentie in enkele sculpturale werken. ‘Deze zijn tot stand gekomen naar aanleiding van mijn tentoonstelling bij CIAP,’ vertelt ze. ‘Die ruimte vroeg om sculpturaal werk.’ Zo abstraheerde ze koepels en fonteinen tot een gebogen blauwe vorm, en prikkende elementen (prikkeldraad, maar ook woestijngras, de piramiden) tot een reeks houten piekjes. De essentie van haar eigen werken is op die manier vervat in motieven die de kunstenares zelf geleidelijk aan ontdekte.
De grote meesters
Onder een groot tekenblad zie ik een hoek van een ouderwetse koekjesdoos uitsteken. Op het deksel staat een schilderij van Breughel afgebeeld. ‘Hier zitten mijn olieverfjes in. Hopelijk neem ik ze binnenkort mee op reis.’ Tijdens haar studies was Carla diep geïnspireerd door Breughel: voor haar eindwerk illustreerde ze middeleeuwse vonnissen.
Verspreid over de ruimte vind ik ook boeken over Dürer, Rembrandt en andere groten uit de kunstgeschiedenis. ‘Ik vind het belangrijk om deze grote meesters rondom me te hebben en af en toe door deze boeken te bladeren.’ Dürer is niet alleen als tekenaar een grote inspiratie. Sinds het afronden van haar doctoraat experimenteert Carla met gravures. Voor haar doctoraat experimenteerde ze met negentiende-eeuwse fotoprocedés. Zo voelde ze de nood zich opnieuw toe te leggen op techniek.
‘Ik teken weer meer en laat me bij mijn schetsen ook inspireren door de omgeving van mijn atelier en door mensen. Ze zijn opvallend weinig aanwezig in mijn recentste werken, maar uiteraard zijn mensen erg belangrijk voor me.’ Carla wil Swerts zich dus ook opnieuw op portret- en naakttekenen toeleggen. Er zijn duidelijk nog aspecten van haar kunst die ze verder wil ontdekken en ontwikkelen: ‘Ik heb het gevoel dat ik aan het begin sta van alles.’
‘The Artist’s Studio’ loopt nog tot 29 juli 2018 in Z33 in Hasselt.
(Tamara Beheydt)